top of page

Plantengroei

Van zaadje tot plant 

Tijdens deze fase vertelt de begeleider een verhaal over Kello en de bloemenwedstrijd. In het verhaal wordt er aangehaald wat een zaadje nodig heeft om te kunnen groeien. Het verhaal wordt ondersteund door prenten waarop de leerlingen de verschillende groeifases kunnen zien. Nadat de leerlingen het verhaal beluisterd hebben, wordt dit kort besproken. Hierna beelden de leerlingen het verhaal nog een keer uit aan de hand van een expressiedans. 

Bij deze activiteit komen de vier fases van flow learning aan bod. (Cornell, 2015) De leerlingen worden enthousiast gemaakt door het verhaal. De leerlingen gebruiken bij het verhaal hun zintuigen. Ze luisteren en kijken aandachtig naar de prenten. Door verschillende zintuigen aan te spreken blijft de aandacht groter. Hierna wordt de leerinhoud nog eens op een actieve manier ingeoefend aan de hand van een expressiedans. Voor de leerlingen is het ook fijn dat ze even rustig naar een verhaal kunnen luisteren. Tijdens het beluisteren van het verhaal kunnen de leerlingen tot rust komen en de vele prikkels even verwerken. Tijdens de expressiedans zijn de leerlingen actief bezig met het verwerken van de leerinhoud. Uit het onderzoek van Mark Mieras 'Buitentijd = leertijd' is gebleken dat leerlingen die veel bewegen of actief bezig zijn beter gaan presteren op cognitief vlak. (Mieras, 2015)

 

De fases van een plant 

In de vorige fase hebben de leerlingen de stappen geleerd van een zaadje tot een plant. In deze fase gaan de leerlingen verschillende zaadjes, kiemplantjes en volwassen plantjes bestuderen in de moestuin. Het is de bedoeling dat de leerlingen het juiste zaadje bij het juiste kiemplantje en bij de juiste volwassen plant plaatsen. Elke leerling krijgt een fase van een plant. De leerling gaat op zoek naar andere klasgenoten waarmee hij/zij samen een geheel kan vormen. Per drie gaan de leerlingen in de juiste volgorde staan. Wanneer de leerlingen in de juiste groepjes staan, volgt er een kringgesprek. 

In 'Every child outdoors' van Mike Clarke lazen we dat leerlingen sneller zaken gaan onthouden als ze hier actief mee aan de slag gaan. Doordat de leerlingen in deze opdracht zelf actief aan de slag gaan in de moestuin zullen ze deze informatie beter onthouden.  

​

Planten en seizoenen 

Tijdens deze fase worden de leerlingen in kleine groepen ingedeeld. Elk groepje krijgt een aantal afbeeldingen en een blad met de vier seizoenen op. De leerlingen plaatsen de gekregen afbeeldingen bij het juiste seizoen op het blad. Het is van belang dat ze goed samenwerken. Wanneer de leerlingen dit gedaan hebben, wordt dit overlopen. De leerlingen komen op deze manier te weten in welk seizoen er veel planten groeien en in welk seizoen niet. Ook komen ze te weten hoe dit komt.  

In deze activiteit moeten de leerlingen samenwerken om tot de oplossing te komen. Vanuit het onderzoek ‘Outdoor education’ (Beckers et al, 2019) blijkt dat door outdoor learning leerlingen leren samenwerken.Wanneer leerlingen actief aan de slag gaan, kunnen ze dingen beter onthouden (Mieras, 2018). 

​

Waterkringloop 

De leerlingen krijgen in kleine groep een puzzel. Als de leerlingen de puzzel gemaakt hebben, zien ze dat dit een waterkringloop vormt. De leerkracht legt uit hoe een waterkringloop werkt aan de hand van deze puzzel. Na de uitleg van de leerkracht vertellen de leerlingen in duo aan elkaar wat een waterkringloop is. De leerlingen mogen gebruik maken van hun gemaakte puzzel.  

Clarke (2010) geeft aan dat de sociale vaardigheden van leerlingen verhoogd worden wanneer ze in een buitencontext les krijgen. In deze activiteit gaan de leerlingen samenwerken en overleggen. Dit heeft een positief effect op de sociale omgang tussen de leerlingen.  

bottom of page